Hongarije: Vogelreis Bükk, Tisza en Hortobágy
- groepsreis, 10 dagen
- vogelreis
- 7 tot 15 deelnemers
- 2025 Reis1: vr 25 april 2025
- 2026 Reis1: wo 29 april 2026
Noordoost Hongarije is een schaars bevolkte streek met een zeer afwisselend karakter. Het is het grensgebied van de Karpaten en de Grote Hongaarse Vlakte. Zowel berglanden, wetlands als steppen vormen het gevarieerde landschap en zorgen voor een zeer diverse flora en fauna. Vanuit Nederlands gezichtspunt is het een van de dichtstbijzijnde gebieden waar je een aantal bijzondere vogelsoorten met een (zuid)oostelijke verspreiding en uiteenlopende biotoopvoorkeuren in hun broedgebieden kunt waarnemen. Soorten als Grote Trap, Sakervalk, Roodpootvalk, Keizerarend, Scharrelaar, Ralreiger, Grijskopspecht en Kleine klapekster.
accommodaties en maaltijden
We verblijven op de verbouwde boerderij Farm Lator gelegen in een piepklein dorpje aan de rand van het Nationaal Park Bükk. Achter de boerderij loop je direct het bos in, aan de andere kant zijn uitgestrekte velden. Door de tuin (0,9 ha) stroomt een klein beekje en er is een mooie grote boomgaard. Er is een schaduwrijk terras en in de boerderij een gemeenschappelijke ruimte met een kleine bibliotheek en comfortabele stoelen. In de tuin zijn al veel vogels te zien, als Appelvink, Zwarte Roodstaart, Middelste bonte specht, Huis- en Boerenzwaluwen. Regelmatig passeert een Keizer- of Slangenarend door de lucht.
Er wordt overnacht in 2-persoonskamers. Desgewenst is er een 1-persoonskamer met toeslag beschikbaar. De kamers zijn, evenals de faciliteiten, keurig, schoon en sfeervol, kortom goed verzorgd. Afhankelijk hoeveel kamers we uiteindelijk nodig hebben, kunnen we ook gebruik maken van enkele kamers bij particulieren in het dorp.
reisleiding
Vanuit Nederland reist één van onze reisleiders mee. Ter plaatse wordt de reis begeleid door Rob de Jong. Rob is bioloog, heeft gestudeerd in Utrecht en heeft vogels en vlinders als specialismen. Hij woont in noordoost Hongarije en kent de streek als zijn broekzak. Hij is op de hoogte van de actuele ontwikkelingen met betrekking tot flora en fauna. Al geruime tijd organiseert en begeleidt hij natuurreizen in deze regio, die het meest afwisselend en ruigst van Hongarije is. Hij is getrouwd met een Hongaarse, met wie hij samen Farm Lator beheert.
zwaarte
De reis is niet zwaar. De gehele reis hebben we beschikking over een eigen bus om ons tussen de gebieden te verplaatsen. Toch zullen we veel wandelen. Een wandeling tot 8km moet je aan kunnen.
dag 1
We vertrekken in het begin van de middag per trein vanuit Deventer of Arnhem. ´s Avonds stappen we in Duitsland over op de nachttrein naar Budapest.
dag 2 aankomst in Lator
Na een overstap in Boedapest komen we in de loop van de ochtend aan in Mezökövesd, in het noordoosten van Hongarije. Hier worden we opgepikt en naar het dorpje Lator gebracht, de uitvalbasis van de reis.
Het dorp is prachtig gelegen in de zuidoostelijke uitlopers van het Bükkgebergte, een nationaal park. De omgeving van het dorp leent zich uitstekend voor de eerste verkenningen. Vanaf het erf van de accommodatie, Farm Lator, zijn al diverse vogelsoorten te zien en te horen.
In de tuinen broeden jaarlijks o.a.: Draaihals, Kleine, Middelste en Grote bonte specht, Withalsvliegenvanger, Grauwe Klauwier. In de omringende bossen horen en zien we de Hop en roept de Grijskopspecht zijn melancholieke melodie. Niet zelden komt er een Keizerarend of Slangenarend overvliegen.
’s Avonds mengen nachtzwaluwen (mits al aanwezig) zich tussen het roepen van boomkikkers en ’s ochtends worden we gewekt door nachtegalen.
In de tuin is een voederplaats voor vogels. Hier kan je soorten als Appelvink en Middelste bonte specht van nabij observeren. Fotografen kunnen deze soorten vanuit een schuilhut vastleggen. In de oude appelbomen wonen bosuilen, esculaapslangen en relmuizen.
dag 3 vulkanische plateaus
Farm Lator ligt precies op een oude breuklijn in de aardkost. Thermale baden in de omgeving getuigen van de voormalige vulkanische activiteit in dit gebied. De vulkanische plateau’s zijn lang geleden ontstaan door enorme erupties van vloeibaar gesteente. Deze ondergrond wordt op veel plaatsen gebruikt voor wijnbouw, maar is in de omgeving van Lator begroeid met schrale graslanden.
De plateau’s vormen het jachtgebied van Keizerarend en Slangenarend. Maar op de vlaktes is ook veel struikopslag. Karakteristieke vogels hier zijn Roodborsttapuit, de Sperwergrasmus, Grauwe gors en Grauwe klauwier. Met het Bükkgebergte voortdurend aan de horizon en omringd door een uitgestrekt niemandsland, nagenoeg zonder menselijke activiteiten, is wandelen hier een unieke ervaring die in grote delen van Europa ondenkbaar is geworden. Langs bosranden kunnen we soorten verwachten als Boomleeuwerik, Grijskopspecht en Hop. De Appelvink en Withalsvliegenvanger zijn in de bossen algemene broedvogels.
In deze periode zie je veel Smaragdhagedissen. En er vliegt een aantal speciale voorjaarsvlinder: de Roodbonte parelmoervlinder en de Zwarte apollo zijn de opvallendste.
dag 4 Borsodi-Mezöség (de steppen)
Borsodi-Mezöség is een beschermd steppegebied en staat op de nominatie voor Nationaal Park. In de volksmond wordt het “de Kleine Hortobágy” genoemd, als tegenhanger van het grotere en bekendere Hortobágy, waar we later deze week komen. Geologisch gezien hoort het ook bij de Grote Hortobágy. De gebieden worden slechts gescheiden door de rivier de Tisza.
Borsodi-Mezöség (30.000 hectare) is een onontgonnen natuurgebied. Door het gebied gaan alleen onverharde karresporen.
Wij begeven ons deze dag voornamelijk op de steppen (de zogenaamde poesta). Soorten als Hop, Scharrelaar, Kleine klapekster, Sakervalk en Grauwe kiekendief zijn er vaak makkelijker te zien dan in de Hortobágy. We ondernemen een eerste poging om de Grote trap te vinden. Mogelijk treffen we nog enkele individuen in balts aan. Ook bezoeken we een kolonie Roodpootvalken, die tevens baltsend zijn te zien.
Een opvallend geluid dat de gehele dag op de achtergrond is te horen is de koorzang van de Roodbuikvuurpad. We zullen dit padje van dichtbij kunnen observeren.
dag 5 Tard vallei
De Tard vallei is een stroomdal aan de zuidkant van het Bükkgebergte met een zee aan bloeiende planten. Het beekdal wordt vooral gekenmerkt door enkele rivierbegeleidende plantensoorten als Clematis integrifolia en Iris spuria.
Vandaag beginnen we de wandeling bij een kolonie bijeneters. Om ons heen is het een kakofonie aan vogelzang van o.a. Sperwergrasmus, Krekelzanger, Draaihals, Syrische bonte specht, Wielewaal, etc. Meestal lukt het in deze vallei de Sperwergrasmus goed in beeld te krijgen.
Een deel van de stroomdalgraslanden wordt gebruikt als hooiland. In deze vochtige hooilanden broeden elk jaar kwartelkoningen. De Schreeuwarend en Zwarte ooievaar broeden in de aangrenzende bossen. In een kleine, verborgen steengroeve, broedt soms een paartje Oehoe’s.
Op de drogere hellingen, aan het einde van de vallei, huist een populatie siesels (een grondeekhoorn, kenmerkend voor steppen). Eén van de mooiste vlinders van Europa bewoont deze vallei: de Zuidelijke pijpbloemvlinder.
dag 6 Hortobágy
Vrijwel elke vogelaar kent de naam van het beroemde Hortobagy. Het is een van de beste vogelgebieden in Europa. In het Nationaal Park Hortobágy conserveert men 70.000 ha. typisch poestalandschap; droge steppen afgewisseld met wetlands. Het Hortobágy was het eerste natuurgebied in Hongarije dat de status van Nationaal Park kreeg. De voornaamste reden om dit gebied te gaan beschermen waren de vogels. In totaal zijn hier meer dan 330 soorten waargenomen. Er broedt een zeer respectabel aantal van maar liefst 160 soorten.
We brengen een bezoek aan de uitgestrekte steppen in de Hortobágy. De grote vlakten worden opgefleurd of onderbroken door kleine bosjes, bestaande uit voornamelijk Olijfwilg en Acacia. Dit weidse, grotendeels ongestoorde landschap, met hier en daar een akker, is het biotoop voor de Grote trap. Ook is er kans op de Griel. In de bosjes broeden Roodpootvalken en Kleine klapeksters. Verder zijn roofvogels als Grauwe kiekendief, Arendbuizerd, Keizerarend, Slangenarend en Sakervalk mogelijk.
De steppen herbergen een aantal bijzondere vlinders. De luzernevlinders en het Resedawitje zijn echte steppevlinders en vaak te vinden in de buurt van luzerneakkertjes.
dag 7 Borsodi-Mezöség (nattere gebieden) en Tiszameer
Vandaag bezoeken we het zuidelijk deel van het steppegebied Borsodi-Mezöség. We komen dicht bij een moeras met mogelijk steltlopers, eenden (o.a. Witoogeend), futen en vier soorten sternen (Zwarte, Witvleugel, Witwang en Visdiefje). In vochtige jaren broeden hier honderden witvleugelsterns. De Scharrelaar is hier ook zeker niet zeldzaam. Ook deze exotische soort is waarschijnlijk al terug. Zeearenden komen hier jagen op ganzen. Ook andere roofvogels als Sakervalken jagen er op vogels.
Het tweede deel van de dag wandelen we langs het Tiszameer. De dichtheid aan wielewalen in de bossen rond het meer en de rivier is enorm en de Syrische bonte specht is hier algemener dan de Grote bonte specht. Verder is dit gebied zeer geschikt voor alle reigersoorten en grote aantallen aalscholvers. Hier hebben we kans op Zeearend. Ook zullen we onze oren moeten gebruiken om een breed arsenaal aan riet en struikvogels te onderscheiden. Zelfs voor geoefende luisteraars is het niet eenvoudig om in de kakofonie van het voorjaar Bosrietzanger, Rietzanger, Snor, Krekelzanger, Sprinkhaanrietzanger, karekieten, Spotvogel, Grasmus, Sperwergrasmus, Braamsluiper etc. te herkennen.
Ook vlinderliefhebbers kunnen hun hart ophalen. Aan de flanken van de onverharde dijk waarover we wandelen liggen zeer bloemrijke hooilanden.
dag 8 Hortobágy visvijvers
Deze hele dag is gereserveerd voor een verblijf tussen de grootste visvijvers ter wereld. Het woord visvijvers klinkt misschien wat misleidend, want een wandeling tussen de vijvers en een blik vanuit een vogelkijktoren doet denken dat het hier om een uitgestrekt moerasgebied gaat. Alleen enkele voorzieningen voor de kweek van karpers verraadt dat het om visvijvers gaat. De rietkragen zijn honderden meters breed en kilometers lang. Het aantal reigers is hier enorm. Behalve de Koereiger zijn alle Europese soorten hier vertegenwoordigd. Er zijn grote kwakkenkolonies (in totaal ca. 500 paar). Purperreigers zijn algemener dan blauwe reigers. De Grote zilverreiger is er algemeen. De Kleine zilverreiger en Lepelaar zijn evenals de Ralreiger minder algemeen, maar het gebeurt zelden dat je ze tijdens een bezoek niet te zien krijgt. Hetzelfde geldt voor de Dwergaalscholver. Ook woudaapjes laten zich hier soms goed bekijken. De Zwarte Ibis broedt hier meestal met enkele paartjes temidden van tientallen zilverreigers en ander reigersoorten. Op de visvijvers broeden o.a. Witvleugelstern, Witwangstern, Roodhalsfuut, Geoorde fuut, Waterral en vele eenden (o.a. Witoogeend). In het riet broeden Baardman en Buidelmees in grote aantallen en vele zangers als bijvoorbeeld de Zwartkoprietzanger en Blauwborst. Wanneer de karpers worden ‘geoogst’, laat men gewoonweg een vijver leeglopen, waardoor er gigantische, tijdelijke, slikplaten ontstaan met allerlei steltlopers, vaak ook steltkluten. Deze kunnen worden geobserveerd vanaf vogeltorens, die op de hoeken van de visvijvers zijn gebouwd. De Zeearend is een regelmatige bezoeker van de karpervijvers, waar het voedsel door de menselijke activiteiten soms voor het oprapen ligt.
In de visvijvers vliegen Grote vuurvlinders. Hier zien we mogelijk ook ringslangen en de Europese moerrasschildpad.
dag 9
Na een goede nachtrust en een ontbijt is het tijd voor vertrek. Voordat we ´s avonds in Budapest op de nachttrein stappen is er mogelijk nog kort tijd om de stad te bezichtigen.
dag 10
´s Middags komen we weer aan in Nederland op station Arnhem of Deventer.
Afhankelijk welke treintijden het best uitkomen kan de heen reis vanaf Deventer, via Berlijn naar Boedapest verlopen of vanaf Arnhem via Wenen naar Boedapest.
In de nachttreinen slapen we in 4-persoons couchettes.
Voor de terugreis volgen we meestal één van dezelfde routes en vertrekken aan het eind van de middag of ‘s avonds met een nachttrein vanuit Boedapest. De volgende dag ben je aan het eind van de middag terug in Nederland.
Mocht je eerder per trein naar Hongarije willen reizen, of na de reis wat langer willen blijven, dan kan de treinreis voor je worden aangepast, vaak zonder dat dat extra kosten met zich mee brengt. In de regel geldt, hoe vroeger je boekt hoe groter de kans is dat er geen extra kosten zijn.
Bijna alle getoonde foto’s zijn van Rob de Jong, onze lokale reisleider in Hongarije.
1695 euro per persoon (zo goed als alles inclusief, ook de heen- en terugreis per nachttrein)
1395 euro per persoon (wanneer je de heen- en terugreis zelf regelt)
160 euro toeslag 1-persoonskamer
inbegrepen
heen- en terugreis per trein van Arnhem of Deventer naar Mezökövesd inclusief 4- en/of 6-persoons couchettes in de nachttrein, deskundige reisleiding, alle overnachtingen, alle maaltijden vanaf dag 2 avondeten t/m dag 9 lunchpakket, lokale vervoer ter plaatse, reispakket, STO-reisgarantie*
niet inbegrepen
maaltijden tijdens de heen- en terugreis, (alcoholische) drankjes bij de maaltijden, reis- en annuleringsverzekering, uitgaven van persoonlijke aard.
Eigen gezelschap?
Mocht je deze reis liever met een eigen gezelschap op een zelf gekozen datum willen boeken, informeer dan naar de mogelijkheden. De prijs zal afhangen van de afspraken die we van te voren maken en het aantal deelnemers die mee gaan.
*STO-reisgarantie
Dit aanbod valt onder de garantie van STO Garant. U kunt de voorwaarden van deze
garantieregeling vinden op de website van STO Garant (https://sto-garant.nl/downloads).
Mocht een reis al vol zijn en wil je op de wachtlijst of alvast een vrijblijvende optie op een toekomstige vertrekdatum, vul het boekingsformulier dan ook in en vermeld je wens in het opmerkingenveld.