Tijd: gedichten van Wilma van Tuyl
Auteur: Wilma van Tuyl (juli 2010)
Reis: Ontdekkingsreis: natuur en cultuur in Noordoost Polen, groepsreis, 10 dagen
Hoi Rikus,
Aan Polen en mijn reis met jou en de anderen, denk ik met plezier terug. Ik heb genoten van het landschap, de ongereptheid ervan, jouw gastheerschap en enthousiasme en het plezier met de groep. En dat voor een niet-groepsreizigster!
Ik heb een aantal gedichten geschreven en foto’s gemaakt, misschien iets voor de website.
Groet,
Wilma van Tuyl
www.improvisatietheater.info
Uit TIJD; gedichten en gedachten
Juli 2010
TIJD
21.12
Avondlicht over het meer van Augustow,
Koele wind, na dagenlange hitte,
Een zachte bries waait over dit blad.
(Een zin die ik niet geschreven had op een Ipad,
Waarmee meteen bewezen is dat vorm de inhoud bepaalt).
De bast van spar en den, winterlinde en haagbeuk,
Kawa de latte.
20.30
Maandagochtend 4.15 uur, Bialowieza,
De blik van de wissent tussen twee bomen door,
Hij weet waar hij is en wat hij ziet,
Ik niet.
00.03
Weidelandschap, zojuist een schilderij verlaten,
Hollandse meesters van eeuwen terug,
Open veld met uitzicht, ooievaars en groene velden,
Krachtig blauw-wit spel met wolken,
Roofvogels, koren en bloemen, de zon
Die alles ziet en zindert,
Ik loop erachteraan.
04.15
Oerbos in volle kracht,
Trappend door tijd en ruimte,
Mijnwerkerslamp verlicht het pad,
Als dieven door de nacht.
De boswachter wacht, een snelle groet,
hij maant tot stilte, gebarentaal,
tolk voor de onwetenden.
Stilte, mist, geruisloos wachten,
Hij zoekt, kijkt, wijst en gebaart,
Stippen in de ochtendnevel.
22.47
Kartazce,
Rauwe aardappel met ui en bacon,
Perogi,
Gevuld deeg, dumplings op zijn Pools,
Kindziuk,
Vleesgerecht met Litouwse sporen,
Kummel,
Moorse restanten in de keuken.
Neger,
Pikzwarte verleider op mijn terras.
19.25
In Ozjec stopt de trein niet meer,
Zoals op zoveel stations langs deze lijn:
Lochow, Urle, Tsuslusczc,
Het late landschap, strijklicht verlicht de kale sparren,
Een regenboog over goudgele velden, omringd
Door bossen met rechte lange stammen,
Schaduwspel van begin en eind: Shoah.
In de verte een man en vrouw,
Luidkeels schreeuwend, gebaren van woede,
Een auto langs de weg.
De avond valt, de nacht bijna treedt in
Roerloze donkere gedaanten
Spreken over angst, verlies, geweld en verdriet.
In Treblinka stopt de trein niet meer.
Opmerking: Inspiratie voor bovenstaande gedichten heeft Wilma opgedaan zowel tijdens als ook na de groepsreis, toen zij zelfstandig nog enkele dagen in Polen heeft rondgereisd.