Reisverslag: Van Balaton naar Zwarte Zee (maar dan net niet)
Auteur: Jaap Schelvis, reisleider (april 2011)
Reis: Vogels kijken in de Donaudelta (Roemenië) en Kis-Balaton (Hongarije),
11 dagen
Het programma van de hier beschreven reis wijkt iets af van het programma zoals het tegenwoordig wordt. De gebieden in Hongarije worden niet meer aangedaan, in plaats daarvan zijn de gebieden Histria en Vadu in Roemenië toegevoegd. Ook is er meer tijd ingeruimd voor het bezoek aan het Macin-gebergte.
Gebied: Nationaal Park Kis-Balaton in Hongarije en de Donau Delta in Roemenië.
Datum: 22/04/11 t/m 02/05/11
Type reis: Groeps ‘Vogel’-reis georganiseerd door Dobrý Den Reizen. Doordat ik de reis zelf begeleidde was er naast vogels ook ruime aandacht voor andere diergroepen.
Vervoer: Heen- en terugreis met de trein variërend van 300km/u ICE tot museumwaardige Oost-Europese boemeltjes, lokaal vervoer met busjes met chauffeur en met een boot in de delta.
Overnachtingen: verschillende hotels/pensions variërend van luxe (Hongarije) tot eenvoudig (Roemenië) plus drie nachttreinen.
Weersomstandigheden: Zonnig en warm lente-weer op de meeste dagen, 1 ochtend koud en miezerig met een wat gure wind van over de Zwarte Zee.
Gebruikte gids: In Hongarije ‘nationaal park-ranger’ Peter Adorjan en in de Donau-delta vogelgids Alex Ifrim. Beide kenden hun gebied uitstekend en wisten ons op de beste plekken te krijgen.
Gebruikte apparatuur: Canon G11 en 5DII met 17-40/4, 100/2.8 macro en 300/4 (+1.4TC) op Manfrotto 680B éénpootstatief.
Doelsoorten: Geen specifieke soorten, maar de meeste deelnemers gaven aan vooral de verschillende reigers en pelikanen te willen zien en daarnaast Oost-Europese soorten als Dwergaalscholver, Roodpootvalk en Vorkstaartplevier.
Beschrijving van het gebied: Nationaal park Kis-Balaton is een groot wetland met uitgestrekte moerassen wat grenst aan het veel minder interessante en toeristische Balaton-meer in het westen van Hongarije. De Donau-delta ligt op de grens van Roemenië en Oekraïne aan de Zwarte Zee. Het is één van de grootste Europese moerasgebieden en 2733 km2 van dit Unesco werelderfgoed gebied is beschermd.
Waarom heb je voor dit gebied gekozen? De Donau-delta is een populaire bestemming onder vogelaars, maar paste nooit echt in het Dobrý Den aanbod omdat deze organisatie uit principe geen vliegreizen doet. Door de combinatie met een bezoek aan Kis-Balaton breek je de lange treinreis heen in 2 delen waardoor de delta ook per trein bereikbaar blijkt.
Ben je vaker naar dit gebied geweest? Kis-Balaton was ik in 2006 en 2007 al geweest in het kader van een groepsvogelreis. De Donau-Delta was voor mij een nieuwe bestemming, maar door gebruik te maken van een goede lokale gids was dit geen bezwaar.
Reisverslag van dag tot dag:
Vrijdag 22 – zaterdag 23 april 2011: Vertrek in de middag vanaf station Arnhem per ICE naar München waar we de nachttrein richting Boedapest nemen. Net over de Oostenrijks-Hongaarse grens in Györ stappen we over op een lokale trein nadat we wat Forinten uit de muur hadden getrokken en kaartjes hadden gekocht (65+ reist gratis in Hongarije!). Eind van de ochtend komen we aan in Keszthely en voor de lunch zitten we in ons ‘Aqua Pension’, een bijzonder gebouw wat ooit dienst deed als pomphuis, maar door de huidige eigenaar is verbouwd tot een luxe accommodatie in het hart van het moerasgebied. ’s Middags wandelen we vanuit het pension het natuurgebied in en genieten van de eerste Kwakken, Ralreigers, Krooneenden en Witoogeenden. Een avondwandelingetje levert een enkeling nog een waarneming van een Otter op en de rest moet genoegen nemen met een prachtig moerasconcert van onder andere Waterral, Boomkikker en Roodbuikvuurpad.
Maandag 25 april 2011: Deze dag hebben we wel de bus met chauffeur tot onze beschikking, maar geen lokale gids zodat we ons moeten beperken tot de opengestelde delen van het gebied. Op zich geen probleem, maar op tweede Paasdag bleek het soms wel wat zoeken naar wat rustigere plekjes om te vogelen. Het vogeleiland Kányavári leverde ons in de ochtend in ieder geval een paar leuke soorten op zoals Kleine Bonte Specht en Withalsvliegenvanger. Verder zongen er hier veel Grote Karekieten en Snorren, maar wellicht de leukste soort van de ‘waterkant’ was de Tweevlek (Epitheca bimaculata) die met vele tientallen was uitgeslopen die ochtend. ’s Middags bezochten we nog het vogelringstation aan het grote Balaton-meer. Helaas werd er die dag niet geringd, maar de wandeling langs en het uitzicht over het meer waren de moeite waard. Die avond pakken we het boemeltje naar Boedapest en terwijl we in het donker op het perron staan te wachten op onze nachttrein vliegt een roepende Groenpootruiter over als afsluiting van 2 en een halve dag intensief vogelen in Hongarije waarin we zo’n honderd vogelsoorten hebben gezien.
Dinsdag 26 april 2011: Vanuit de comfortabele nachttrein werpen we ’s morgens de eerste blikken op het langsglijdende landschap van Transsylvanië. Aangekomen in Braşov worden de resterende Forinten omgewisseld in Roemeense Leu waarna het busje met chauffeur ons meeneemt in de richting van Tulcea, het begin van de Donau-delta. Het is een lange rit, maar de afwisselende landschappen (nog flink wat sneeuw in de Karpaten) en de eerste spannende Roemeense vogelwaarnemingen van Roze Spreeuw, Zwarte Ibis en Roodpootvalk houden iedereen wakker tot het einde van de rit. Onze lokale gids Alex wacht ons al op in het hotel en regelt de kamers op de derde verdieping zodat we van het bruiloftsfeest beneden geen last hebben.
Woensdag 27 april 2011: Een korte wandeling brengt ons naar de kade waar de boot klaar ligt waarmee we ons de komende dagen door de delta zullen verplaatsen. We hebben de boot voor ons zelf dus iedereen heeft plek genoeg op het voor- of achterdek om de omgeving af te speuren tijdens het varen. De kapitein kent het doolhof van de delta als zijn broekzak en het enige andere bemanningslid is de mechanicien/matroos/kok die de schroeven vrij houdt van waterplanten, lekkere lunches weet te bereiden in een kombuis van een halve vierkante meter en zo nu en dan een pot thee serveert van versgeplukte muntblaadjes.
Onze gids Alex waarschuwt ons dat deze eerste dag misschien niet zo boeiend zal zijn omdat we voornamelijk zullen varen op vrij brede deels gekanaliseerde stromen. Maar wat heet ‘niet zo boeiend’ wanneer je 6 soorten sterns (waaronder Reuzen- en Lachstern), Zeearenden, zwarte Ibissen en Pelikanen langs hebt vliegen en er bovendien nog een Europese Wilde Kat (Felis silvestris silvestris) op de oever een stukje met de boot meeloopt?!
Onderweg stoppen we nog een keer voor een wandeling langs een complex van deels verlaten visvijvers. Deze leveren naast een grote variatie aan steltlopers en eenden ook nog Syrische Bonte, Grijskop- en Zwarte Specht op en blijken bovendien erg in trek te zijn bij de Dobbelsteenslangen waarvan we er een aantal zien.
Tegen het eind van de dag komen we aan bij ons pension in Crisan waar we worden verwelkomd met een uitgebreide maaltijd waarin tal van lokale vissen een belangrijke rol spelen.
Onze eerste stop is bij een aantal grote verlaten visvijvers die tegenwoordig door de Roemeense vogelbescherming als reservaat worden beheerd. De deels dichtgegroeide vijvers vormen een optimaal biotoop voor leuke soorten als Zomertaling, Geoorde Fuut en Roodhalsfuut.
Volgende stop is een merkwaardig verlaten jaren ’70 complex van nooit afgebouwde woonblokken en een glasfabriek, een volkomen mislukte poging van Ceauşescu om de regio te ‘ontwikkelen’. Lokale ezeltjes gebruiken de begane grond als stallen en wie weet wat er verder allemaal nog woont op de hogere verdiepingen. Voor ons blijkt de attractie vooral net achter het complex te liggen waar een grote vlakte doorsneden wordt door slingerende geulen. Zelf zou je niet snel je boot aanleggen bij een sombere verlaten fabriek, maar voor dat soort zaken heb je een lokale gids want hij wist ons feilloos naar een broedkolonie Vorkstaartplevieren te leiden. Hier scharrelde nog heel wat meer leuke steltlopertjes rond zoals Kleine en Temmincks Strandloper.
Ons oorspronkelijke plan om hier vandaan via een vrij smal kanaal naar Sulina aan de Zwarte Zeekust te varen kon helaas niet doorgaan.
De Donau-delta is een heel dynamisch milieu en in het voorjaar en bij hogere waterstanden breken er nog wel eens kleinere of grotere drijvende eilanden los van de oever. We waren er daar al een aantal van tegengekomen, maar nu kregen we het bericht dat een erg groot exemplaar vanuit een meer de ingang van ons kanaal was ingedreven waardoor de doorgang volledig versperd was. Uiteraard was dit een teleurstelling voor de groep, maar gelukkig bleek de lokale organisatie wel zo flexibel dat we voor onze overnachting terecht konden in de accommodatie in Mila 23 waar we pas de volgende avond zouden aanleggen.
Vrijdag 29 april 2011: Mila 23 is een vissersdorpje wat nu vooral van toeristische inkomsten probeert te overleven en wat uitsluitend per boot te bereiken is. De wat vreemde naam betekent gewoon ‘Mijl 23’ want zoals wij een locatie aan de kust aanduiden met het nummer van de strandpaal (wie kent er niet het Heartbreak Hotel bij paal 18?) zo staan er langs de vaarroute over de Donau door de delta ook mijlpalen.
Het ontbijt levert al de eerste verrassing van de dag op want naast de gebruikelijke jam, kaas en worst krijgen we nu ook snoekeneitjes als broodbeleg aangeboden. Na deze zoetwaterkaviaar waarover de meningen sterk verdeeld waren vertrekken we weer per boot om een meer noordelijk deel van de delta te verkennen.
Hoogtepunt van deze dag vormde ongetwijfeld het bezoek aan een klein Roemeens-orthodox kloostertje (5 monniken) met er pal tegenover een broedkolonie van Roodpootvalken.
De bus staat ons al op te wachten aan de kade en we vertrekken naar het Mâcin-gebergte, een niet zo hoog, maar geologisch zeer oud gebergte ongeveer 2 uur rijden van Tulcea. De noordzijde van het gebergte heeft tamelijk kale, grazige flanken en de zuidzijde is veel meer bebost. Omdat onze tijd beperkt is maken we de keuze voor de noordzijde en we worden niet teleurgesteld door wat we aan vogels zien met mooie waarnemingen van onder andere Arendbuizerd, Isabeltapuit, Ortolaan en Rode Rotslijster. Daarnaast blijken de bergen ook nog eens flink wat mooie vlinders op te leveren die we in de delta niet veel hadden waargenomen. Een kleine domper op de dag was dat onze geplande accommodatie bij de bergen onze kamers had weggegeven aan andere gasten zodat we weer terug moesten naar Tulcea.
Zondag 1 mei 2011: Vanuit Tulcea terug met de bus naar Braşov. Op de heenweg was er weinig tijd geweest voor vogelen en wandelen, maar nu hebben we wat meer tijd dus we kunnen nog een stop maken in de Karpaten. Zo’n 20 kilometer voor Braşov op ongeveer 1000 meter hoogte maken we nog een laatste wandeling in de Roemeense natuur. De sneeuw van de week ervoor is nu vrijwel weg en het voorjaar dient zich aan met bloemen (oa de endemische Cardamine glanduligera, vlinders en natuurlijk ook nog een aantal berg/bosvogels die we nog niet hadden gezien zoals Zwarte Mees, Goudhaan en Grote Gele Kwikstaart.
Die avond stappen we op de nachttrein naar Wenen. In de schemering zien we voor het laatst het Roemeense landschap aan ons voorbij glijden. Een kring traditionele houten woonwagens van zigeuners rond een kampvuur aan de rivier lijkt een scene die ook 100 of 200 jaar geleden zo had kunnen plaatsvinden. Boven de rivier jagen grote vleermuizen (mogelijk Nyctalus lasiopterus of Myotis myotis?!) in het laatste avondlicht, een passend afscheid van het land van Dracula.Maandag 2 mei 2011: Na een echte Wiener Melange volgt een lange dag van treinen waarop de meeste reizigers wat napraten en uitrusten in de comfortabele ICE- stoelen, maar een enkeling nog de Rode Wouw weet toe te voegen aan de lijst van waargenomen vogels die voor de meeste deelnemers dan al boven de 150 soorten zit. Samen met de vele mooie waarnemingen van reptielen, zoogdieren, insecten en planten stonden die garant voor een reis waarin iedereen aan zijn trekken is gekomen.
In april 2012 zal de reis weer worden aangeboden. In vergelijking met 2011 hebben we het programma wat aangepast in die zin dat er nu een hele dag tijd is voor het Mâcin-gebergte zodat we ook de bosgebieden daar kunnen uitkammen. Voor meer informatie kun je mij ook altijd mailen.
Groet,
Jaap
Het originele reisverslag van Jaap Schelvis vindt u hier.