Reisverslag 2020: vogelreis naar Falsterbo (SE) en Boddenküste (DE)
Auteur: Reinier Bos (27 sep. 2020 tot 3 okt. 2020)
Reis: Vogelreis Zweden/Duitsland: Falsterbo en Rügen, vogeltrek en kraanvogels, groepsreis, 7 dagen
Dit reisverslag heb ik gemaakt om lezers een idee te geven van de reis die we gemaakt hebben en voor toekomstige reizigers om een indruk te krijgen van wat verwacht kan worden tijdens een paar dagen vogelen in Falsterbo in het najaar. Het is dus geen uitgebreid en gedetailleerd verslag van elk gebied waar we geweest zijn en welke vogels we gezien hebben. Het is een korte samenvatting en vooral de hoogtepunten en opmerkelijke voorvallen zullen beschreven worden. Veel leesplezier!
Inleiding Falsterbo
Zelf was ik nog nooit in Falsterbo geweest. Ik wist ook niet zo goed wat ik van het gebied en van de vogeltrek moest verwachten. Veel vogelaars gaan in het najaar naar Falsterbo om dit spektakel mee te maken. Vogels trekken niet graag over zee en willen zo lang mogelijk boven land blijven. Falsterbo is het zuidelijkste puntje van Zweden en Zuid-Zweden werkt als het ware als een trechter, waardoor de meeste vogels noodgedwongen in Falsterbo belanden. Vanaf daar moet de overtocht gedaan worden naar Denemarken. Het is dus een verzamelpunt van vele zangvogels en roofvogels, waardoor daar veel vogelsoorten en ook nog eens in grote aantallen waargenomen kunnen worden. Soms blijven de vogels er een aantal dagen plakken, aangezien de wind verkeerd staat en ze de oversteek niet durven te maken. Veel roofvogels wachten op de goede thermiek om hoogte te kunnen bereiken, waarna de overtocht gemaakt wordt. Hoeveel vogels er daadwerkelijk gezien wordt, hangt dus af van de weersomstandigheden en hoe de wind staat. Er zijn heel goede dagen, waarin duizenden vogels gezien kunnen worden en er zijn mindere dagen. Maar ook tijdens de mindere dagen kunnen er veel vogels gezien worden. Het kan per dag verschillen, dus het is aan te raden minstens een aantal dagen de vogeltrek hier waar te nemen en het liefst zelfs een week of langer. De ene dag is er geen pimpelmees te zien, de andere dag komen ze met honderden langs. De ene dag zie je amper een buizerd en de andere dag (bij goede thermiek), komen er “bellen” buizerds en rode wouwen over. Welke soorten je ziet, hangt ook af van de tijd van het jaar. Eind augustus zie je andere soorten dan eind september. Ik was er eind september en dat is de tijd van de zaadeters zoals vinken, kepen, groenlingen, sijsjes en van de rode wouwen/buizerds. Kom je in oktober dan zie je wéér andere soorten. Kortom, het is er nooit hetzelfde!
Agro Natura
We maakten de zevendaagse reis met Agro Natura. Een reisbureau dat synoniem staat voor natuur, kleinschaligheid, biologisch en goede reisbegeleiding. Er werd heerlijk gekookt en er werd rekening gehouden met alle dieetwensen. Er was een goede vogelgids mee die veel ervaring en kennis heeft en erg enthousiast is om dit allemaal met ons te delen. Het programma was drie dagen vogeltrek bij Falsterbo, een reisdag tussen Zweden en Duitsland en één dag Noord-Duitsland voor de kraanvogels, met een dag heen- en een dag terugreizen. Het vervoer was met een negenpersoonsbusje, dus een groep groter dan negen personen zal nooit meegaan met deze reis. Deze organisatie is zeker een aanrader voor degenen die dit alles waardeert. Naast Falsterbo worden er ook andere reizen aangeboden, zowel vogelreizen als wandelreizen.
Zondag 27 sep. (dag 1)
De eerste dag stond in het teken van reizen. We vertrokken rond 10:00 met een busje vanuit Groningen en reden, via de ferry van Puttgarden-Rødbyhavn, naar “the bridge” tussen Kopenhagen en Malmö. Vanaf daar was het nog maar een half uurtje rijden naar onze eindbestemming op Falsterbo. Daar kwamen we rond 18:30 aan. Het begon al te schemeren, dus veel meer dan een kort verkennend rondje kon er niet meer gedaan worden. Op deze eerste dag werden er 30 vogelsoorten geteld. Dat zullen er de komende dagen veel meer gaan worden!
We overnachtten vier nachten in een mooi gelegen en erg schoon hostel. Een ideale plek als uitvalsbasis.
Maandag 28 sep. (dag 2)
Bij punt Nabben heb je ook goed zicht op plasjes water met slipplaten en natuurlijk de zee. Het is dus ook leuk om steltlopers en eenden te zien. De eidereenden komen in grote getallen voorbij, de steltlopers komen niet met grote getalen, maar wel in verscheidenheid aan soorten. Met zon heb je er wel enigszins tegenlicht, maar in de vroege morgen kun je leuk kijken naar vogels als zilverplevieren, bonte strandlopers, groenpootruiters, zwarte ruiters, rosse grutto’s, rotganzen en middelste zaagbekken. Ook kun je mooi uitkijken over de golfbanen (om bij Nabben te komen moet je over een golfbaan lopen) waar vaak kwikstaarten te zien zijn. We hebben er witte kwikstaarten, maar ook gele kwikstaarten en grote gele kwikstaarten gezien. Daar konden we ook mooi een vos bekijken. Om bij Nabben te komen, loop je langs een vuurtoren waar een aantal vogelnetten hangen om zangvogeltjes te vangen en te ringen. Vaak zitten er goudhaantjes en meesjes in de netten. Leuk om van dichtbij te zien, al zijn de meningen daarover verdeeld. Je mag niet naar de netten lopen, aangezien dat teveel stress geeft voor de vogels, maar met een verrekijker kun je ze goed bekijken.
Rond een uur of 10:00 à 11:00 wordt de trek van de zangvogels beduidend minder, waarna we weer terugliepen naar het busje. Onderweg was er nog een oeverpieper en een drietal boomleeuweriken te zien op een golfbaan. We gaan ons geluk beproeven op het heideveld van Ljungen iets verderop. Bij goede weersomstandigheden kan daar goed de roofvogeltrek gezien worden. Aangezien het die dag bewolkt was en we zelfs wat regen hadden in de vroege ochtend, waren er weinig roofvogels te zien en was de verwachting ook slecht. Wel zagen we er enkele torenvalken en sperwers. We besloten om de binnenlanden in te gaan om wellicht andere leuke vogelsoorten te zien en om wat van de omgeving te zien. We zagen mooie landschappen voorbij trekken en zijn bij twee meren geweest. Eerst bij Arriesjön, waar naast heel veel meerkoeten niet veel te zien was, en daarna bij Krankesjön. Bij het laatste meer zagen we twee zeearenden in een boom zitten en konden we mooi een vrouwtje blauwe kiekendief bekijken. Ook zaten er veel krakeenden op het water. Rondom de observatietoren had je mooi zicht op goudhaantjes die in de bomen aan het foerageren waren.
Nadat we bij Krankesjön wegreden, gingen we op zoek naar een oehoe die weleens gezien wordt bij een steengroeve in Hardeberga. Een groepslid had hem daar twee jaar geleden nog gezien, dus we waagden een poging. Helaas hebben we de oehoe, na een lange tijd speuren, niet gezien. Wel was het leuk om een steengroeve van dichtbij te zien, aangezien je die in Nederland amper hebt (al heeft de welbekende steengroeve in Limburg ook een oehoe en hoef je daar niet per se voor naar Zweden te gaan). Erg jammer dat we de oehoe niet gezien hebben, maar dat hoort bij het vogels kijken. Het is en blijft natuur en dus heb je soms mazzel en soms niet. Op de terugweg van de steengroeve naar het hostel, zagen we nog een enorme groep kneutjes (waar ook een liedje over geschreven is) op een veld, wat dan toch wel weer mooi om te zien was! Daarnaast zagen we ook veel rode wouwen onderweg.
Dinsdag 29 sep. (dag 3)
We vertrokken vandaag een half uur eerder naar Nabben. Om 07:00 zaten we in de auto. Het zou vandaag een topdag worden, gezien de weersverwachtingen, dus we hadden er weer zin in! Niets was minder waar. We zagen enorm veel zangvogels toen we naar Nabben liepen (ongeveer een kilometer lopen). Nog voordat we Nabben bereikten, zeilde er een groep velduilen voorbij. We konden er twee goed bekijken en achteraf hoorden we dat het een groep van ongeveer zeven velduilen was. De dag kon al niet meer stuk! De zangvogels bleven komen. Ze “vielen” soms voor onze neuzen in de struikjes en rietvelden. Vooral goudhaantjes hadden die neiging, maar ook
pimpelmezen. Maandag hadden we geen pimpelmees gezien op Nabben, maar vandaag was het een echte pimpelmezen dag! We hebben er honderden gezien. Ze waren heel aarzelend. Ze vlogen bij Nabben de lucht in om de oversteek te maken, maar besloten dan toch weer terug te gaan. Zo waren we uren lang omgeven door pimpelmezen. De pimpelmezen van Scandinavië trekken naar het zuiden en vergezellen de pimpelmeesjes in onze tuinen. Op een gegeven moment hoorden we een aantal baardmannetjes roepen dat na een tijdje opsteeg en opging in een groep pimpelmezen. Ook kwamen er weer grote groepen vinken, kepen, groenlingen, putters, sijsjes en barmsijsjes voorbij. Een late wespendief kwam ook onverstoorbaar voorbij gevlogen. Het gros van de wespendieven was begin september al overgetrokken, maar een klein aantal verlaat Scandinavië op een later tijdstip.
Een aantal van de groep ging na Nabben de heide van Ljungen op, omdat de verwachting groot was. Er stond een zwakke oostenwind en de lucht was blauw. Volop thermiek dus! Een ander deel van de groep (waaronder ik) ging nog even bij de haven van Skanör een wandelingetje maken langs een kweldergebied en langs het strand. Op de kwelders waren erg veel smienten te zien en naast een groenpootruiter konden we ook een aantal watersnippen ontdekken. Op het strand was verder weinig te zien, op een witte kwikstaart na. Aan de haven konden we mooi naar een oeverpieper kijken. Na de wandeling vertrokken we ook naar de heide om het hoogtepunt van de roofvogeltrek te kunnen aanschouwen. Het was namelijk inderdaad een erg goede dag voor roofvogels! Er ontstonden hele groepen buizerd en rode wouwen die met de thermiek hoger in de lucht wervelden waarna het hele “bellen” roofvogels waren. De ene bel na de andere ontstond. Als de bel de goede hoogte had bereikt, verlieten de roofvogels in een treintje de bel en waagden de oversteek. Erg mooi om te zien en dus niet vanzelfsprekend om dit te mogen aanschouwen. Roofvogels wachten op de goede weersomstandigheden. We hadden dus geluk hiermee.
Nadat we “klaar” waren op de heide en er geen bellen meer ontstonden, ging de groep weer uiteen. Een groep ging wandelen bij de haven en een andere groep (waar ik bij hoorde) ging wandelen over de heide en langs de kust naar ons onderkomen. De wandeling van ongeveer 7 a 8 km, was gevarieerd en we zagen nog een paar leuke soorten. Nieuw voor de soortenlijst was een overvliegende roodkeelduiker en een kanoet die bij een watertje te zien was. Ook zagen we weer zilverplevieren, een groenpootruiter, rosse grutto’s, een wulp en veel graspiepers. Langs de kust was een grote groep kwikstaarten te zien. Veel waren juveniel en we “maakten” er witte kwikstaarten van. Het merkwaardige was dat sommige een bijna gele keel en kop hadden. Ze hadden een “slabbetje”, dus gele kwikstaarten konden het niet zijn. Misschien was het het licht dat ze zo geel leken? Of misschien was het een ondersoort die iets geler is dan een gewone witte kwikstaart? We zullen het nooit weten.
Het was een topdag qua vogeltrek vandaag!
Woensdag 30 sep. (dag 4)
We begonnen de dag weer op Nabben. Het weer was mooi, maar het was een andere dag dan gisteren. Er waren minder zangvogels en het was duidelijk geen pimpelmezen dag zoals de dag ervoor. Wel waren er opmerkelijk veel leeuweriken, zowel veld- als boom-. Die kwamen niet in grote groepen voorbij, maar in kleine groepjes en soms waren ze alleen. Om de zoveel tijd hoorde je het roepje van één van de twee soorten. Het “mechanische” roepje van de veldleeuwerik en het “melancholische” roepje van de boomleeuwerik. Ook waren er iets meer hout- en holenduiven dan de dagen ervoor, die soms in grote groepen overkwamen. Nieuwe soorten van de reis waren roodborsttapuiten (die in Zweden weinig voorkomen) en hoorden we regelmatig een waterral roepen.
De zangvogeltrek verdampte al vrij vroeg in de morgen. Het was verleidelijk om op de middag weer naar de heide te gaan voor de roofvogeltrek aangezien het erg lekker weer was, maar we besloten toch om naar een beroemd gebied te gaan waar steenarenden zitten en ook regelmatig op die plek broeden. Het was namelijk de laatste dag in Zuid-Zweden en succes om daar steenarenden te zien is bijna verzekerd. De steenarenden zitten in het landschappelijk erg mooie dal Fyledalen, dat ongeveer vijfkwartier rijden verwijderd is van Falsterbo. De meeste steenarenden van Zweden moeten een stuk hoger in het land gezocht worden, maar om een of andere reden is Fyledalen al jarenlang een vaste plek voor een paartje. Voor mijzelf zou het een nieuwe soort zijn, dus ik was er wel voor te porren!
Toen we bij het dal aankwamen en op een heuveltje de telescopen installeerden, werd er al gauw een steenarend in een dode boom aan de andere kant van het dal gevonden. Die konden we mooi bekijken, al was die vrij ver weg zelfs voor een telescoop. Na een tijdje werd er echter een andere steenarend (waarschijnlijk een juveniel) gevonden die een stuk dichterbij ook in een dode boom zat. Steenarend nummer 1 ging daarna de lucht in, die we mooi konden volgen. Opmerkelijk is hoe snel die hoog in de lucht was en eigenlijk al snel bijna niet meer te zien was. Toen we de steenarenden aan het bekijken was, vloog er zowel een groepje appelvinken als een groepje kruisbekken over. Aangezien de juveniele steenarend bleef zitten en we de verschillende damherten ook al lang genoeg bekeken hadden, zijn we een stuk gaan wandelen in het dal om te genieten van de mooie natuur en om wellicht nog andere leuke soorten te zien. Dat laatste viel tegen, maar landschappelijk was het zeker de moeite waard.
Na Fyledalen reden we naar Näsbyholssjön, een mooi meer waar erg veel watervogels te zien waren. Vooral veel eenden en ganzen (brand-, kol-, riet- en grauwe), maar ook een visarend en verschillende zeearenden. Toen we aan kwamen rijden gaf de visarend al een showtje. Hij was uitgebreid aan het jagen en we zagen hem boven het meer bidden en uiteindelijk ook een aanval doen op een vis onder water, maar miste. Op een gegeven moment, toen we ons bij het meer geïnstalleerd hadden, vond een zeearend het welletjes en vond het tijd om de visarend weg te jagen. Alle ganzen en eenden waren in paniek en we dachten dat de zeearend het gemunt had op een eend of gans, maar uiteindelijk zagen we dat hij achter de visarend zat. Zou hij die ook als prooi zien? Waarschijnlijk was het gewoon haantjesgedrag en wilde de zeearend laten zien dat hij de baas van het meer was.
Bij een ander watertje deden we een poging om een roodhalsfuut te zien, maar helaas was die er niet te zien. We moeten het dit reisje doen zonder roodhalsfuut.
Donderdag 1 okt. (dag 5)
Om 12:30 kwamen we aan in Rostock. Vanaf daar was het nog anderhalf uur rijden (goudplevieren op akkers) naar onze appartementen in Starkow, een klein landelijk dorpje niet ver van de Oostzee vandaan. Op het terrein van de appartementen waren erg veel groenlingen, sijsjes en putters te zien. Ook zagen we er verschillende boomklevers. We maakten een wandeling in het dorpje onderwijl de kok weer een heerlijke maaltijd aan het voorbereiden was. Het idee was om vroeg te gaan eten, zodat we tegen de avondschemer de kraanvogels bij Zingst konden zien die daar hun slaapplek opzochten. Tijdens het wandelingetje hoorden we op een gegeven moment een zwarte roodstaart zingen (op 1 oktober!) die blijkbaar de voorjaar in zijn bol had. Het was ook vrij warm voor de tijd van het jaar (ca. 17 graden) en heerlijk zonnig. We konden hem mooi bekijken, want hij zat bovenop het dak van de oude kerk midden in het dorpje.
We kwamen iets aan de te late kant aan bij Zingst, de kraanvogels kwamen al in grote groepen overvliegen. De schatting was dat we er ongeveer 15.000 zagen! Een gedeelte zat al op het eiland waarop we konden uitkijken vanaf een dijkje. Dit eiland was een veilige slaapplek voor de kraanvogels. Verder telden we er zes individuele zeearenden! Daarvoor hoefde je in elk geval niet naar Zweden te gaan. In Noord-Duitsland hebben we er meer gezien. We hoorden nog baardmannetjes en een waterral vanaf de dijk.
Vrijdag 2 okt. (dag 6)
We ontbeten om 07:30 (uitslapen voor een vogelaar) en vertrokken daarna naar een veld waar je mooi uitzicht had op een groep kraanvogels en eenden/ganzen. Ze werden daar gevoerd met maïskorrels, wat niet heel natuurlijk aanvoelde, maar je had daardoor wel mooi uitzicht over de verschillende soorten. We konden er mooi een groepje rietganzen bekijken. Met de vogelgids in de handen en de verschillende kenmerken goed te bekijken, kwamen we erop uit dat het taigarietganzen waren. Ze waren vrij groot, met lange nekken en hadden variabel oranje op de vrij lange snavels.
Met de auto zochten we daarna de kust op (zogenoemde boddenkust met brak water eromheen) en beproefden ons geluk bij een observatieplatform. En jawel, we hebben er erg mooi een reuzenstern zien overvliegen! Niet iedereen zag hem, maar gelukkig kwam die weer terug en kon iedereen hem mooi bekijken.
We gingen daarna een wandeling maken tegenover de slaapplaats van de kraanvogels (bij Zingst). Dat was een rechte weg van 2km lang naar een observatieplatform waar je veel leuke vogelsoorten kon zien. Tijdens die wandelingen hoorden we verschillende veldleeuweriken zingen die blijkbaar ook het voorjaar in de bol hadden, of territoriaal gedrag lieten zien aangezien ze gezelschap hebben gekregen van Scandinavische soortgenoten. Op het observatieplatform zagen we veel kieviten, een enorme groep goudplevieren, een aantal watersnippen, kuifeenden en potentiële toppereenden, aangezien een aantal eenden in de groep kuifeenden erg veel wit om de snavel hadden. Maar uitsluiten dat het geen kuifeenden zijn, kan niet. Hier zagen we ook prachtig een slechtvalk jagen op een onfortuinlijke wintertaling die ook daadwerkelijk het onderspit moest delven.
’s Avonds gingen we weer naar dezelfde plek om kraanvogels te zien die hun slaapplek gingen opzoeken. Het was rustiger dan de avond ervoor. Wel zagen we een stuk of acht raven bij elkaar die blijkbaar ook een gezamenlijke slaapplek in een nabije bosje hadden.
Zaterdag 3 okt. (dag 7)
Op deze dag vertrokken we weer naar huis. Onderweg maakten we nog een korte stop bij Urwald Hasbruch (tussen Bremen en Oldenburg). En warempel, we waren er goed en wel en we zagen prachtig een middelste bonte specht zitten op één van de woudreuzen die dit bos bevat. Ook zagen we eindelijk een boomkruiper. De eerste van de hele reis. Helaas hoorden we hem niet roepen, en konden we hem niet goed bekijken, en konden dus niet bepalen of dit een gewone boomkruiper was of een taigaboomkruiper.
Om stipt 17:00 stonden we weer bij het station in Groningen. We hebben een prachtige reis gehad die niemand zal en wil vergeten. Voor herhaling vatbaar!
Reinier Bos
Klik voor een overzicht van alle waargenomen vogelsoorten op deze link.
(Dit is de groepslijst. Niet iedereen heeft alle soorten gezien of gehoord.)